De Russische president Vladimir Poetin gaf tijdens een ruzie met de Oekraïense president Petro Porosjenko in 2015 per ongeluk toe dat er Russische troepen in het oosten van Oekraïne aanwezig waren.
Dat schrijft François Hollande in een boek over zijn tijd als president van Frankrijk.
In 2014 lijfde Rusland illegaal de Krim in, een schiereiland dat behoorde tot Oekraïne. Ook begonnen de Russen toen met het verlenen van steun aan separatisten in het oostelijke deel van Oekraïne. Dit gebeurde via een informatieoorlog, directe wapenleveranties en Russische gevechtstroepen die zich voordeden als Oekraïense separatisten.
Experts noemden die nieuwe strijdwijze ‘hybride oorlogsvoering’. Bij die strategie horen gevechten op verschillende plekken, economische druk en het stichten van verwarring.
Tijdens een verhitte discussie met Porosjenko in 2015 werd Poetin zo kwaad dat hij zich versprak, schrijft Hollande in zijn dit jaar verschenen boek Lessen van de macht.
"Porosjenko en Poetin spraken de hele tijd op zeer luide toon met elkaar. De Russische president wond zich zo op dat hij begon te dreigen de troepen van de tegenstander een beslissende slag toe te brengen. Daarmee liet hij merken dat er Russische troepen waren in het oosten van Oekraïne. Toen Poetin zich dat realiseerde, herpakte hij zich."
Warrig verhaal
Maar daarna bleef het verhaal van Poetin warrig, stelt Hollande.
Terwijl Porosjenko zich sterk maakte voor de soevereiniteit van Oekraïne, speculeerde Poetin steeds wat de separatisten daarover zouden zeggen als ze mee zouden discussiëren. Hij wilde niet toegeven dat hij de separatistische krachten aanstuurde.
Na een lange nacht van onderhandelingen sloten de twee een deal over een staakt-het-vuren. Poetin bleef volhouden dat hij geen controle had over de separatisten, maar hij moest wel ineens weg om de separatistische leiders te raadplegen, schrijft Hollande.
Er wordt nu nog steeds gevochten in het oosten van Oekraïne en er zijn al meer dan 10.000 doden gevallen. Rusland ontkent nog steeds elke vorm van officiële betrokkenheid bij de gevechten.